Het Sint Catharinagilde van Hilvarenbeek bestond al vóór 1515. Gemeentelijk brengt men het onder bij de stereotype; Alle Catharina gilden zijn van oorsprong kerkelijke gilden, maar voor dit Catharinagilde gaat dit beslist niet op. In het oudst bekende reglement ervan zitten te veel wezenlijke elementen die hiermee in tegenspraak zijn. Anders dan de feodale gilden heeft het ook geen “Caert”, maar beroept het zich in zijn bestaan op een gewoonterecht dat ouder is dan het toenmalig heersende grafelijke of hertogelijke recht. Na slapend te zijn geweest is het gilde op 28 september 1979 heropgericht.
Het ontstaan van de gilden
- In 852 geeft Hincmar van Reims voor het eerst in de West-Europese geschiedenis, een definitie van het “Christelijke Gilde”.
Gilde (Vrouwen en mannen)
Taak: Verzorging en dienstbaarheid bij geboorte, ziekte, dood, begrafenis, oogst, brand, ruzie etc. omdat hierbij typische vrouwen zaken aan de orde kwamen, moesten vrouwen dit ook kunnen regelen. Gevolg; vrouwen in het bestuur.
Collecta (Uitsluitend mannen)
Taak: Verdediging van de leefbaarheid van de gemeenschap (als men moest samenwerken met andere collectas deed men dit in een coniuratio).Het samengaan van dezelfde mannen in gilde en collecta leidt tot incorporatie van de collecta in het gilde. Het onderling dienstbetoon blijdt op de eerste plaats komen, zodat de rol van de vrouwelijke leden, ook in het bestuur, gehandhaafd blijft. - Uit de zo genoemde schut en de landsheerlijke behoeften ontstaan de zogenoemde weerbaarheidsgilden. Zij nemen de vorm van de, inmiddels in het gilde geïncorporeerde, collecta over en noemen zich daarom ook Gilde.
Omdat bij hen de weerbaarheid voorop stond en volgens de Kerk alleen mannen wapens mochten voeren, konden alleen mannen lid zijn van deze gilden. Het onderling dienstbetoon kwam op de tweede plaats, omdat het voortvloeide uit de onderlinge saamhorigheid. Voor zover nodig of wenselijk werd dit dienstbetoon aan vrouwen van leden toevertrouwd. - De stedelijke ambachtsgilden hebben zich, uit economische noodzaak ontwikkeld uit de hansen. Zij hebben meer overeenkomst met de alimentatiegilden van Hicmar van Reims (zie punt 1) dan met de weerbaarheidsgilden.
Het ontstaan van het Sint Catharinagilde
Het paste helemaal in de geest van dit gilde om Sint Catharina als patrones te nemen, zij is immers een van 14 zogenoemde “Noodhelpers”. Dit gilde kenmerk dus een sociaal karakter, (alimentatie Gilde) Waar in de late middeleeuwen de sociale zorg en noden werden opgevangen door instellingen als de Tafel van de Heilige Geest en gemeenschappen van kloosterlingen of begijnen is het opmerkelijk dat het Sint Catharinagilde ontstaan is diep in de middeleeuwen voordat kerkelijke instellingen of instituten de sociale zorg op zich namen. De weerbaarheid die moet blijken uit het voeren van een wapen heeft het Sint Catharinagilde ook gekend, maar kwam duidelijk op de tweede plaats. En werd uitsluitend beoefend door de mannelijke leden van het gilde.
In 1979 is het Sint Catharinagilde herleefd op basis van een reglement van 1759, waarvan de tekst zelf weer verwijst naar de Middeleeuwen. Het huidige Sint Catharinagilde heeft terug grijpend naar het essentiële, de vrouw als volwaardig lid. De voornaamste doelstelling van oudsher was en is nu dus ook belangeloze hulp aan derden. De maatschappelijke sociale sfeer in het Sint Catharinagilde is de wezenlijke doelstelling. Het volwaardig lidmaatschap van vrouwen heeft het Gilde ook uitgebreid tot het voeren van een wapen door vrouwen. Hoewel vroeger door het gilde het roer, het geweer, als wapen werd gevoerd heeft het Sint Catharina gilde nu de kruisboog.